Fem van Empel uit Nederland wordt wereldkampioene bij de profs. ©Belgaimage

Fem van Empel uit Nederland wordt wereldkampioene bij de profs. ©Belgaimage

België en Nederland verdeelden de meeste prijzen op het WK veldrijden in Hoogerheide. Enkele uitslagen in de jeugdreeksen bieden toch perspectieven om tot een meer mondiale sport uit te groeien.

De titelstrijd bij de profs (mannen) verliep, zoals verwacht, tussen de tenoren Wout van Aert en Mathieu van der Poel. In Hoogerheide, een dorp aan de Nederlands-Belgische grens, begon het man-tegen-mangevecht al na vier minuten. De rest van het peloton wist toen al dat het hoogstens voor brons kon gaan.

Van Aert en Van der Poel reden allebei zo sterk dat ze elkaar onderweg niet konden afschudden. De wedstrijd eindigde dus op een koninklijke spurt. De Nederlander verraste de Belg door al vroeg de sprint aan te gaan. Van der Poel snelde zo explosief weg dat Van Aert hem niet meer kon bijbenen.

Beter dan pa

Mathieu Van der Poel is zo op zijn 28e al voor de vijfde keer wereldkampioen in de cyclocross. In de geschiedenis deed alleen de Belg Erik De Vlaeminck beter. Die verzamelde in de jaren 60 en 70 al op zijn 26e vijf wereldtitels.

Bij de beloften (mannen) ging Thibau Nys met het goud aan de haal. De manier waarop was indrukwekkend. Van start tot finish reed hij solo aan de leiding. Vader Sven Nys, zelf ooit een veelwinnaar in het veldrijden, zegt dat zijn zoon nu al beter is dan hijzelf.

Nederlandse vrouwen overheersen

Zoals dat heel het seizoen al het geval was, demonstreerden de Nederlandse vrouwen bij de profs. In de top 5 kon enkel de Italiaanse Silvia Persico (4e) er zich tussen wringen. Het goud ging naar de 20-jarige Fem van Empel. Zij doet nog geen vier jaar aan veldrijden. Tot 2019 droomde ze immers nog van een profcarrière in het voetbal.

De Belgische vrouwen maakten nooit kans op een medaille. Marion Norbert Riberolle (13e), Alicia Frank (14e), Laura Verdonschot (15e) presteerden volgens hun niveau. De profs (vrouwen) is de enige categorie waarin de Nederlanders de Belgen totaal overheersen. Nederland is daar helemaal top dankzij de combinatie van uitzonderlijke talenten en een uitstekende begeleiding. Op beide vlakken hebben de Belgen nog een serieuze achterstand in te halen.

Aantrekkelijke sport

De dominantie van de Lage Landen op het WK lijkt slecht nieuws voor de verdere mondialisering van de sport. Meer succesvolle deelnemers uit de rest van de wereld is bijvoorbeeld een voorwaarde om als olympische sport erkend te worden.

Bij de jeugd waren er toch enkele hoopgevende signalen in Hoogerheide. Bij de junioren (mannen) pakte Léo Bisiaux (Fra) de regenboogtrui. Bij de beloften (vrouwen) deelden Zoë Backstedt (GB) en Kristýna Zemanová (Tsj) het podium met winnares Shirin van Anrooij (Ned). Bij de junioren (vrouwen) vormden Isabella Holmgren (Can), Ava Holmgren (Can) en Célia Gery (Fra) de top 3.

Veldrijden heeft troeven om wereldwijd tot een aantrekkelijke tv-sport uit te groeien. Cyclocross is best spectaculair met onder meer steile klimmetjes en afdalingen, en balkjes om over te springen. Bepaalde weersomstandigheden, zoals sneeuw en regen, kunnen de wedstrijden extra hard en spannend maken. Een wedstrijd duurt bovendien slechts een uur en gaat daardoor niet snel vervelen.

Zes Belgische medailles

De Belgen haalden in totaal zes medailles op het WK. Brons was er in de ‘mixed relay’, een race waarin mannen en vrouwen elkaar aflossen. Een derde plek was er ook voor Yordi Corsus bij de junioren (mannen). Bij de profs (mannen) was er naast het zilver van Wout van Aert ook nog het brons van Eli Iserbyt. Bij de beloften (mannen) kreeg gouden Thibau Nys op het podium het gezelschap van Witse Meeusen, die brons mee naar huis nam.